zondag 31 mei 2015

Van wie is dat...

... werkelijke afschuwelijke bloemetjesbehang?! Juist, van ons!!!
Dennis en ik mogen ons sinds vrijdag de trotse eigenaars van ons nieuwe huisje noemen.

Na maanden van huisjes bekijken, dingen regelen en plannen maken, hebben we vrijdag om 11.45 uur de sleutel gekregen.
Het huis is nieuw voor ons, maar ze staat er al sinds 1954. Het moet dus opgeknapt worden. Daar zijn dan maar meteen hard mee aan de slag gegaan. De vorige bewoner had een voorliefde voor blauw. En dan bedoel ik dan ook dat het overal zit: de plinten, de kozijnen, de deuren, de deurposten, de wc-bril, de trap en op het plafond op de tweede verdieping.
The blue just gotta go. 
Begrijp me niet verkeerd: ik ben gek op kleurtjes, maar om het overal en in verschillende tinten op te smeren gaat wat ver.
In elk geval hebben we dit weekend al flink aangepakt: dat lelijke behang is er af (met een stuk van de muur, oepsie) en boven zijn al wat muren, plafonds, deuren en kozijnen geschilderd. Dat blauw schijnt alleen overal doorheen, dus het moet meerdere keren worden geschilderd.
Nu maken we het ook weer niet steriel. Nee hoor, in de werkkamer zit een fantastische turquoise kleur en in de slaapkamer donkerrood en een kleur die bij de Praxis Marshmallow heet... Als een kleur zo heet, kan je daar toch alleen maar van houden? Beneden komt ook donkerrood met gebroken wit. Als de buren dachten dat ze van de kleurtjes af waren, zitten ze er toch flink naast.
Dat was namelijk een van de dingen die een gesprekje met de buren opleverde: zij herinnerde nog goed de dag dat de buurman alles blauw begon te schilderen.


Maar wie had dat gedacht dat we zoiets op ons pad tegen zouden komen? Vooral de timing is prachtig: klussen en verhuizen in dezelfde maand als mijn afstuderen. Ik moet de komende maand goed plannen en mijn aandacht verdelen. 1 juli heb ik, als het goed is, mijn diploma uitreiking en moeten we ook uit ons huurhuisje zijn. Man, ik kan wel zeggen dat ik een beetje uitkijk naar 2 juli. En dan ga ik tegen die tijd weer eens nadenken over de bruiloft in september. Ja, 2015 is een goed jaar!

zondag 24 mei 2015

Zo groen als...

... een groen licht. Dat is de waarheid als een koe.
Gisteren was voor de meeste vierdejaars van de docentenopleiding aan ArtEZ het belangrijkste woord van de dag "groen". En misschien was "rood" ook wel een heel belangrijk woord, maar meer een te vrezen woord. Alle examenkandidaten moesten namelijk hun beeldende werk presenteren en dan wachten op de uitslag: rood of groen. Groen betekent: ja, wij (de docenten) hebben er vertrouwen in dat je 29 juni kan slagen met het werk dat je ons nu laat zien, mits je nu niet op je luie gat gaat zitten wachten tot het zover is. Rood is het meer gevreesde: nee, we denken niet dat je werk goed genoeg is om mee te slagen en om geëxposeerd kan worden. Deze presentaties zijn dan ook een belangrijke mijlpaal van het vierde jaar, aangezien het examen nog vijf en halve week weg is.
Ik ben nog behoorlijk ziek geweest van het verwijderen van mijn verstandskies, maar afgelopen maandag heb ik heel voorzichtig weer wat dingen voor school kunnen doen en dinsdag durfde ik het aan om weer onder de mensen te begeven en naar school te gaan. Ik wist namelijk dat ik nog flink wat moest doen voor deze presentaties. Ik heb me dinsdag en woensdag dan ook te pletter gewerkt: schilderen, glazuren, lijmen, stapelen, sjouwen, heel veel touwtjes in een patroon leggen, etcetera. Just an ordinary day at the office...


Donderdag begonnen we dan. De presentaties zouden plaats vinden op een ander locatie dan het hoofdgebouw, waar mijn werkplek is. Ik had er al voor gezorgd dat ik op woensdag de helft van mijn werk al naar de andere locatie had gebracht. Gelukkig is het niet ver, zeker niet als je de nooddeur gebruikt...
Op donderdag ochtend kregen we eerst een mislukte peptalk: ja, we weten dat sommigen van jullie groot werk hebben (ik onder andere), maar we hebben de grootste groep afstudeerders ooit en eigenlijk de kleinste expositieruimte ooit, dus we (wij, de studenten dus) kunnen niet alles van je werk (waar we een jaar aan hebben gewerkt) laten zien. Oké, ga nu maar opbouwen.
Na nog een paar keer op en neer wandelen naar het andere gebouw, had ik alles wat ik nodig had en kon ik gaan opbouwen. Ik heb vier werken in een reeks met de titel: De wereld kantelt en alles begint te glijden, gebaseerd op dromen. Sommigen werken had ik heel snel opgebouwd: kwestie van neerzetten en klaar. Maar anderen had ik nog niet helemaal af. Zo had ik eigenlijk nog niet een helder plan voor mijn werk met de tafels en besloot ik dat ik de tekening op een tafeltje niet mooi vond en heb ik die overgeschilderd.
De donderdag was vol teleurstellingen voor een aantal mensen, want Roel kwam langs met de botte bijl. Hij kijkt ongeveer anderhalve seconde naar je werk en bepaalt wat je wel en wat je niet mag laten zien op de expositie. Roel is een fantastische docent die vooral kijkt naar vormgeving. De inhoud boeit hem niet. Nu zit ik bij een team docenten waarbij de inhoud wel heel belangrijk is. Roel keek dus naar mijn kleed en hij zei: dat kleed is prachtig, minimalistisch en strak. Maar die voetstappen zijn zó middelbare school.
Uhm, Roel, dat is juist mijn inhoud. Ik moest er wel een beetje om lachen, maar ik mag het niet laten zien op de expo. Een ander werk vond hij sterker. Ik heb gelukkig nog mijn kleinste werk erbij kunnen smokkelen - deze is zo klein, dat zal toch wel passen! - en zo mag ik toch nog twee werken laten zien, met wel als laatste commentaar: maar niet op dat tafeltje, een kunstenaar gebruikt geen tweedehandse troep (hoe wist hij dat ik dat tafeltje bij de Restore had gevonden?).


Vrijdag begonnen dan de presentaties. Iedereen moest er om 09:00 uur zijn en dan begon het wachten.
Ik was pas om 13:50 uur aan de beurt, maar anderen hadden het nog erger: de laatste was om 16:50 uur! Dus we wachten met al die zenuwpezen bij elkaar. De mensen die als eerste moesten, mochten ook niet eerder naar huis, dus het was bommetje vol.
De presentatie zelf duurde vijf minuten, dan wachten op het oordeel en dan de uitslag zelf. Gelukkig moesten we tussendoor nog wat dingen regelen: checken of je cijfers kloppen, een interview en een foto (heel artistiek natuurlijk...) voor de catalogus en voor de rest wachten, wachten en wachten.
Mijn presentatie ging goed en ook het wachten duurde niet heel lang. En het oordeel is: GROEN!!!
Alleen vroegen mijn docenten ze zich af waarom ik niet meer vocht voor mijn kleed met voetstappen, want dat was prachtig en het tafeltje was juist goed en heel passend.

Welkom in de grijze, subjectieve wereld van kunstenaars en kunstdocenten en hun oordeel!


maandag 11 mei 2015

Wie is er bang voor...

... de grote, boze tandarts. Ik niet hoor. Helemaal niet zelfs! Nou ja, ik vind het geen pretje als ik weer moet, maar wie vind dat wel? Misschien vind ik het een heel klein beetje spannend, gewoon gezonde spanning, je weet wel... Oké, oké, ik geef toe: ik ben doodsbang voor de tandarts.
Als kind had ik een niet zo'n leuke tandarts en een kwetsbaar gebit (dat laatste nog steeds). Ik herinner me die man als gemeen en elke keer weer deed hij me pijn.
Vanaf het moment dat mijn moeder (die zelf ook niet van de tandarts houdt) me niet meer kon dwingen om te gaan, ben ik gestopt met de controles. Dat heb ik toch een aantal jaar vol kunnen houden, ook al leverde het ook ongemakkelijke situaties op. De moeder van een vriendinnetje tijdens de opleiding Onderwijsassistent was de assistente van de desbetreffende tandarts. Elke keer als ik bij die vriendin thuis was, zag ik haar naar me kijken zo van: ik weet dat jij een patiënt bij ons bent en dat je al een aantal jaar niet bent geweest. Maar alleen het idee als dat ik naar de tandarts moest, maakte me aan het huilen.
Maar in 2010 was het goed raak en kon ik er niet meer onderuit. Ik had vreselijke kiespijn en dat twee weken voordat ik moest afrijden. Een week heb ik het volgehouden en na flink aandringen van mijn vriend en vader heb ik moeten toegeven om de tandarts te bellen. Maar niet diegene bij wie ik zat! O, nee, daar ging ik van je-lang-zal-je-leven niet meer naar terug! Dus na wat googelen kwam ik bij een gespecialiseerde angsttandarts uit. Ik belde hen op met de mededeling dat ik bij hen patiënt wilde worden. Nee, hoor, geen probleem, ik hoefde zelfs geen contact op te nemen met de devil dentist van vroeger, dat deden ze voor mij. Ik durfde alleen niet te zeggen dat ik op dat moment zware kiespijn had, dus maakte ik een kennismakingsafspraak van een maand later. Om een kwartiertje later huilend weer te bellen met de volgende boodschap: Hoi, ja, ik belde een kwartier geleden dat ik patiënt wil worden bij jullie en ik heb een afspraak staan, maar eigenlijk heb ik nu heel erg last. Ik kon meteen komen, waar ik huilend in de wachtkamer zat en minder dapper was dan een vijfjarige.
Maar die tandarts! Hij heeft wonderen voor me gedaan. Helaas moest ik een wortelkanaal behandeling, omdat ik al een tijdje rondliep met een ontsteking in mijn kaak, waardoor de wortels van de kies was aangetast (hoe kan dat nou? Ik geef het toch meteen aan als ik kiespijn heb...). Die tandarts is een held, hij heeft me na een therapie van vijf jaar genezen van mijn angst voor de tandarts. Al geld dat wel alleen voor hem, niet voor andere tandartsen. Ik heb een wortelkanaalbehandeling gehad, hij heeft alle gevulde kiezen mooi gemaakt en gevuld met witte vullingen. Het blijkt dat de slager van vroeger mijn kiezen meer heeft uitgehold voor de vullingen dan noodzakelijk was.
Helaas ging die ontsteking niet weg met antibiotica en moest ik naar de kaakchirurg, zodat ze mijn kaak konden opensnijden om de ontsteking en alle vuiligheid weg te laten lopen (het is net zo ranzig als het klinkt). Ik dus met knikkende knieën naar de kaakchirurg, waar ik ergste tandartsbehandeling ooit moest verduren. Dat resulteerde in een good ol' panicattack, waarbij ik tijdens de hele behandeling moest huilen en het bloed over mijn kin voelde glijden. Daarnaast voelde ik me behandeld als een nummer en niet als een mens.
In 2012 was het weer raak. Vanaf ze zomer had ik last van hoofdpijn, niet heel erg, gewoon een beetje. Ik ging naar de dokter ging en naar een opticien (de eerste opticien maakte me meteen bang met het verhaal dat ik een cilinder had) en al had ik maar een minimale afwijking toch een bril om te kijken of het zou werken. Dat deed het niet en met kerst kwam de uitbarsting. Na de kerstdienst kreeg ik steeds meer hoofdpijn tot het punt dat ik de bron kon lokaliseren: mijn linker, boven verstandskies. Ik kon weinig meer doen dan liggen en hopen dat het over zou gaan. De eerste dag hadden we geen familieverplichtingen en kon ik rustig aan doen. Maar op de tweede kerstdag hield ik ook mijn eten niet meer binnen. We gingen voor het etentje bij mijn schoonfamilie naar de spoedeisende tandartsenhulp. Tijdens het wachten voelde ik een een golf, uhm, braaksel opkomen en net op dat moment werden we geroepen. Ik heb net de wasbak bij de wc gehaald. Heerlijkheid, net gekotst en dan iemand in je mond laten kijken...
Ze maakte foto's en ze zag het meteen: die verstandskies duwde tegen de andere kiezen en zenuwen aan, maar omdat het tweede kerstdag kon ze niks doen. Ik moest zelf de volgende dag naar de kaakchirurg bellen en zeggen dat het spoed was. Ik werd met een flinke pijnstiller weg gestuurd en ik heb nog gegeten met mijn schoonfamilie (wat godzijdank binnen bleef). De volgende dag had ik nog steeds vreselijke hoofdpijn en ik belde de kaakchirurg. Ik kreeg ene Marieke aan de lijn en nee, ze kon me niet snel helpen, want ik was niet door gewezen. Maar, maar, ik ben bij de eerste hulp geweest. Dan hadden zij je moeten door verwijzen. Dat kon niet, want het was tweede kerstdag. Niks mee te maken, 8 januari ben je de eerste. Daar lag ik dan, met vreselijke hoofdpijn en niet in staat om mijn appelmoes binnen te houden. 's Middags belde Dennis mijn eigen tandarts en na die beschrijving mocht ik meteen komen. Natuurlijk heb ik op het stoepje voor de tandarts nog even mijn resterende appelmoes uit mijn lijf gekotst. Ik kreeg een andere tandarts dan normaal en hij durfde het trekken niet aan, maar hij zou een spoedbrief regelen voor de kaakchirurg. Ik moest opstaan, maar door een hoofdpijn vlaag ging dat even niet. Door alle commotie keek mijn eigen tandarts om het hoekje en zag me zitten. Hij keek ongeveer twee tellen in mijn mond en zei: o, die jank ik er wel even uit. Ik kreeg een verdoving, de hoofdpijn verdween ook en binnen vijf minuten was die verstandskies getrokken. Echt, ik kon die man wel zoenen (lekker, met braaksel en bloed in mijn mond ;) Daarna hebben we nog gegourmet bij mijn ouders en ondanks alles voelde ik me veel beter.
De andere verstandskies boven heb ik later ook door hem laten trekken, maar onder ging echt niet. Ik heb het hem nog gesmeekt, maar deze kiezen zaten te diep en dicht op de zenuwbaan. Na mijn vorige ervaringen bij de kaakchirurg had ik er niet veel zin in, maar vanochtend was het dan zover. Strak van de zenuwen ging ik er heen: een foto, twee spuiten voor de verdoving later lag ik in die stoel en wie blijkt de assistent: Marieke! Dat stelde me niet echt gerust... Toch bleek ze wel lief: ze hebben mijn kleine panicattack weten te bezweren en me een klein beetje te kalmeren. Ik voelde me nu geen nummer. Het was geen pretje en ik achteraf moest ik flink huilen, maar het was wel beter. De verdoving is nu bijna uitgewerkt: alleen mijn tong tintelt nog, en het bloeden wordt minder. Ik kan uitzien naar het trekken van mijn laatste verstandskies 10 juli. Ja, weer bij de kaakchirurg, maar daarna hoef ik niet meer...

Aan alle tandartsangsthazen die er zijn:
als ik het kan, kunnen jullie het ook!