Ik zal even uitleggen hoe dat zit bij ons. Je hebt drie onderdelen die moet afronden voor je diploma: stage, scriptie en een beeldend examen. Er zijn verschillende opties hoe je dat in deelt met je tijd. Ze kan je een LIO (Leraar In Opleiding) stage doen, maar ook een kleinere museumeducatie stage zoals ik heb gedaan. In een jaar zitten 60 studiepunten. Voor elk punt staat 28 uur. 60 x 28 = 1680 uren.
Ik heb 15 punten voor mijn stage = 420 uur. 10 punten voor mijn scriptie = 280 uur en blijven er 35 punten voor mijn beeldende werk = 980 uur.
Mijn stage heb ik voor 14 punten afgerond en voor 1 punt moet ik nog naar een les die volgende week begint. Met mijn scriptie ben ik op de goede weg en voor mijn beeldend... Tja, beeldend. Dat is soms zo moeilijk in te schatten. Je gaat gewoon door tot het goed is, hoeveel tijd ook iets kost.
Eergisteren had ik een belangrijke presentatie voor mijn beeldend examen.
Natuurlijk moest de rottige presentatie op een andere locatie in Arnhem plaatsvinden, dus kon ik al mijn breekbare werk (glas en keramiek) daar naartoe slepen. Hoera!
Na een half jaar van onderzoek en experimenteren ben ik op mijn onderwerp uitgekomen. Ik had er al eerder over geschreven, maar ondertussen ben ik een stuk verder.
Vorig jaar kwam ik uit met het onderwerp “psychose” of
“waanzin”. Daar had ik ook Alice in Wonderland aan gelinkt. Toen ik dit jaar
ermee verder ging, vroeg ik me af wat mijn eigen psychoses zijn. Ik kwam uit op
dromen. Ik heb toen twee maanden mijn dromen opgeschreven. En vanuit de
“verhalen” die ik heb opgeschreven ben ik beelden gaan maken. Ik begon met fragmenten
opschrijven en daarbij beelden te maken. Ik maakte die beelden zowel figuratief
als abstract. De combinatie beeld en tekst is belangrijk, al was het nu nog wel
een beetje praatje en plaatje.
Uiteindelijk koos ik een aantal beelden uit die voor mij het
beste werkte. Ik heb daarbij weer meerdere dingen uitgeprobeerd met beeld en
tekst te combineren. Daaruit kwam voort dat ik één zin
heb gekozen die symbool stond voor eigenlijk al mijn droomwerelden: de wereld
kantelt en alles begint te glijden. Deze zin gaat over droomwerelden en
droomlandschappen. Deze zin komt ook direct uit een droom. Toevallig was deze
droom een hele fijne droom, maar meestal zit er een bepaalde dreiging in een
droom.
Een droom is een visualisatie
vanuit het onbewuste en plotseling worden beelden die je eerst niet hebt
opgemerkt, belangrijk en symbolisch. In het onbewuste zitten onder andere de
dingen die je in het bewuste niet aankan: de taboes, de trauma’s, schaamte en
spijt.
In dromen komen deze dingen weer bij ons terug, maar zo
vluchtig, onlogisch en chaotisch. Vaak kunnen we het niet eens meer precies
herinneren. In je droom was het zo helder, maar bij het ontwaken ontschiet het
je weer als je probeert het terug te halen. Vaak kan je alleen nog het gevoel
van de droom beschrijven. De verhaallijn wordt steeds vager. En als je probeert
de verhaallijn te vertellen kan dat nog niks zeggen over de sfeer. Een vrouw
die steeds opduikt in je ooghoek, hoeft niet perse bedreigend te zijn, maar zo
voelde het wel in de droom. Het gaat om onlogische logica.
Mijn droomwerelden en landschappen zijn een verbeelding van
deze dromen. Ze geven een sfeer mee, maar ze zijn kwetsbaar, klein, fragiel,
vluchtig en moeilijk te bereiken. Je mag niet zomaar naar binnen.
Ik combineer verschillende media
met elkaar. Zo zijn de etsen een belangrijk aspect, terwijl ik daar een
ruimtelijk beeld bij creëer. Ik probeer mezelf in de beelden, opvallend of
onopvallend, te verwerken. Ten slotte sta ik centraal in mijn dromen.
Het is een idee om de
surrealistische landschappen en werelden tentoon te stellen onder een (glazen) halve bol. De bol isoleert en beschermt het droomlandschap. De bol kan
transparant zijn, maar ook opaak of met bepaalde kleuren. Dit beïnvloed de
sfeer binnen de droomwereld. Dit is geïnspireerd door een sneeuwbol.
Ik ben
nu nog op zoek naar een bepaalde samenhang tussen de beelden. Ik zou
verschillende droomlandschappen willen maken, die elk een andere sfeer mee
geven. Ik wil daarin variëren in grootte en lagen. Wat moet juist klein en
kwetsbaar blijven en we werkt juist beter monumentaal? Verder ben ik op zoek
naar het juiste manier van tekst verwerken. De oorsprong van deze beelden zijn
heel tekstueel en ik probeer dat weer terug te krijgen.
Zo, dat was een heel verhaal, haha. Ik ga hier gewoon mee verder tot ik een prachtig werk kan neerzetten. Ik heb alweer nieuwe ideeën!