… er is ons iets overkomen. Eigenlijk is het helaas niet zo
heel bijzonder, want heel veel mensen overkomt het. Maar pas als je het zelf
mee maakt, hoor je pas dat het veel gebeurd.
Ik kreeg een miskraam. Twee zelfs. En ook dat is niet
bijzonder, maar wel hartverscheurend. Oh, het heeft zo ons hart verscheurd.
In dit bericht spreek ik mijn pijn en verdriet uit. Niet
omdat ik de aandacht nodig het, maar omdat ik vind dat ik er niet over hoef te
zwijgen. Mijn blog is altijd een uiting geweest van ons dagelijks leven en ook
dit, juist dit, heeft een gigantische rol gespeeld de afgelopen tijd. Ik spreek
uitsluitend vanuit mijzelf. Iedereen gaat hier anders mee om en heeft een
andere mening. En dat is oké.
Ik was er nog niet klaar voor om het eerder te delen, maar
vandaag, 18 februari 2019, zou de uitgerekende datum zijn voor onze eerste
miskraam.
De zomer was zwaar. Heet, dor en kleurloos. Langzaam werd
het verdriet minder en gingen we wee over op de orde van de dag.
Onze wens was niet verdwenen en halverwege oktober raakte ik
weer zwanger. We vertelde het al vroeg aan onze familie, maar dat was vooral
omdat mijn schoonzusje het per ongeluk ontdekte. En dan nog, met je familie
moet je zowel blij als verdrietig nieuws kunnen delen.
We mochten al vroeg naar de verloskundige voor een echo. We
hebben het hartje zien kloppen. Zwak en onregelmatig, dat wel, maar dat was
niet persé ongewoon voor de stadium. In de week van 26 november begon ik te
bloeden. Niet heel heftig, dus niet meteen iets om zorgen over te maken. Ik
ging steeds meer bloeden de dagen er na. Net alsof ik ongesteld was geworden.
Dat was zo wezenlijk anders dan de eerste keer, dat ik het niet meteen
herkende. Het voelde niet goed. Dennis bleef maar tegen me zeggen dat ik me
niet zo druk moest maken, dat dit voor kon komen in een zwangerschap en dat we
moesten wachten op de echo vrijdag.
Op donderdag trok ik het niet meer: ik wilde die dag nog een
echo. In mijn hart wist ik al dat het niet goed zat. En dat bleek ook te zijn:
je hartje klopte niet meer. Het verdriet overweldigde ons, maar vlak daar
achteraan kwam de woede.
Ik ben zo boos geweest die weken. Bozer dan de eerste keer,
waar wanhoop een grotere rol speelde. We gingen de december maand in en ik heb
het gehaat. De feestdagen, het gezellig doen, alle activiteiten, zelfs het
kerstverhaal deed pijn. Mijn woede was als een stuk hout waar ik me aan
vasthield om niet in te storten en alles gewoon te blijven doen.
En we hebben het gedaan. Niet alle momenten waren vreselijk
en de mensen om ons heen waren zo begrijpend, maar ik was zo labiel als wat. Ik
schommelde heen en weer gelatenheid, woede en tranen. Ik was vast leuk om mee
om te gaan op dat moment.
Ook nu krabbelen we weer op, lichamelijk en mentaal.
Lichamelijk ben ik nog steeds bezig te herstellen. Waar het kindje de eerste
keer met één grote plons al weg was, is het nu een slopend proces. Mijn lichaam
houdt het vast. Ik heb gevraagd te wachten met medisch handelen tot de
feestdagen voorbij zouden zijn. Helaas is het toen nog niet natuurlijk gekomen.
Ik heb medicijnen gehad en zelfs die hebben niet het werk gedaan wat ze moesten
doen. Twee weken geleden was het nog niet oké. Over een paar weken kijken we
weer of het dan schoon is.
Wij zijn hier heel open in geweest en voor de meeste zal dit
bericht geen verrassing zijn. Ik voel dat ik dit moet doen, omdat er toch nog
een taboe over heerst. Alsof ik me moet schamen, omdat dit ons overkomt. En het
overkomt je echt: je hebt er nul controle over. Het is alsof je het er niet
over mag hebben, omdat het anderen soms ongemakkelijk maakt. Ze weten niet wat
ze moeten doen met de pijn en het verdriet dat ze zien. Ze vragen hoe ver je al
was en als dat onder de twaalf weken was, dan weet je toch dat de kans groot is
(ik neem niemand iets kwalijk, want ik weet dat mensen niet weten wat ze moeten
zeggen). Ook met 6 of 8 weken valt er een mogelijke toekomst van je weg. Ik
kijk naar Zoë en dan zie ik welke mogelijkheid er is weggenomen. Je hebt al
plannen gemaakt en verwachtingen. Mocht het ons gegeven zijn om nog een tweede
kindje te krijgen, zal dat mijn vierde zwangerschap worden.
Deze brief heb ik geschreven na mijn eerste miskraam en dat
wil ik nog graag met jullie delen.
Mijn lieve vlinder,
Je was zo gewenst en welkom binnen ons gezin. Ons tweede kindje
en een broertje of zusje voor Zoë. We waren eigenlijk pas net weer begonnen met
proberen en toen kwam jij al. Op 12 juni heb ik de test gedaan. Op mijn
verjaardag, want je zou het mooiste cadeautje zijn geweest. Het was wat vroeg
om de test te doen en paar dagen later heb ik er nog één gedaan voor de
zekerheid. Beide testen waren positief, dus ik wist zeker dat je er aan kwam.
Ik voelde het ook aan mijn lichaam.
We hebben vrolijke foto’s gemaakt en het gevierd met een
patatje.
Wat zou dit een leuke aankondiging zijn geweest. Maar
voorlopig ben je nog ons geheimpje.
Op dinsdag 26 juni bel ik naar de verloskundige om een
afspraak te maken voor de eerste echo. Ze kijkt alles na en ze bevestigd dat ik
dan nu 6 weken zwanger zou zijn. Dat dacht ik zelf ook, dus dat klopte. We
hadden zelf berekend dat 18 februari 2019 de uitgerekende datum zou zijn.
We hadden nog niks gekocht, maar we maakten al wel plannen.
Ik had al in mijn hoofd bedacht hoe ik het zou doen met werk en verlof etc.
Helaas mocht het niet zo zijn. Op 27 juni 2018 verloren we
jou. Ik kreeg een miskraam. Er was zoveel bloed, ik wist eigenlijk al dat je
weg was, maar mijn hart kon het niet geloven.
Ik was alleen thuis met Zoë. Dennis kreeg ik niet te pakken,
want hij was op zijn werk. Ik heb mijn moeder gebeld om mee te gaan naar de
verloskundige. Zij bevestigde inderdaad dat je weg was. Ik was zo verdrietig en
in de war. Ik kreeg eindelijk Dennis te pakken, door rechtstreeks naar zijn
werk te bellen. Hij kwam meteen naar huis.
In plaats van dat we mensen mochten gaan vertellen dat we
een kindje verwachtten, moesten we familie vertellen dat we een verlies hebben
geleden. Geheim houden was geen optie; een verdriet als dit moeten we delen.
Daarnaast wil ik ook niet dat je een geheim bent, weggemoffeld in een
verdomhoekje. Je bent ons kindje, ook al was je lichamelijk niet meer dan een
paar cellen. Ik ben er van overtuigd dat je al een zieltje was. Een ziel die we
nu nooit zullen leren kennen, maar wel eentje die mee telt. Ik zal nooit weten
of je een jongetje of een meisje zou zijn geweest, al neigt mijn hart naar een
jongetje. Ik vind het heel moeilijk dat het nu al lijkt alsof je nooit bestaan
hebt, maar ik heb je vastgehouden. Je had nog geen lichaam of een naam. We
hebben je een naam gegeven. Een “echte” naam was te groot voor, dus we hebben
je vlinder genoemd.
Mijn lieve vlinderkind, hopelijk ben je nu bij oma Sjanie en
houdt zij je vast, nu ik het niet meer kan doen. Twee prachtige vlinders in de
hemel, waar jullie vrij kunnen vliegen.
Ondertussen zijn we een maand verder en heb ik de moed
gevonden om iets op te schrijven.
In het begin waren we zo verdrietig en konden we het niet
geloven. Ik voelde me dof en kleurloos. Het enige wat nog belangrijk was waren
Dennis en Zoë. Het kon me gewoon niet schelen verder.
Mijn lichaam heeft me verraden. Daarnaast knaagt de twijfel
en de schuld, ook al zegt iedereen dat het niet zo is en weet ik het zelf ook wel.
Langzaam krabbelen we weer op, maar er blijven nog moeilijke
momentjes. Ik voel me niet de hele dag down, ik ben oprecht vrolijk en ik zie
mijn vriendinnen. Toch zijn er nog momenten dat ik het moeilijk heb, zo
gisteravond nog terwijl ik met vriendinnen naar de tweede Mamma Mia film ging.
Waarschijnlijk ben ik de enige ter wereld die gehuild heeft bij Mamma Mia, maar
muziek kan je soms zo pakken.
Mensen weten ook vaak niet wat ze moeten zeggen en dat is
niet erg. Ik heb echt geen moeite met zwangere vrouwen en ik misgun hen het
geluk ook niet. Praten over baby’s en kinderen is ook geen probleem. Ga het
alleen niet relativeren, dat kan ik zelf ook wel en het werkt niet. Zeg liever
niks, als je het niet weet en geef een extra knuffel.
We zijn bezig om dit te verwerken en het een plekje te
geven.
______________________________________________________________________________
Mijn lieve vlinderkindjes, hopelijk zijn jullie op een fijn
plekje en weet dat we van jullie houden voor altijd. Jullie zullen altijd bij
ons horen en een plekje hebben in ons hart.
Mama