vrijdag 6 april 2018

Zij kan heel goed visjes bakken en dat...

... kan jij niet. Toneelseizoen is weer voorbij voor ons. Zes voorstellingen in maart is altijd weer een heftige periode. Het is namelijk niet alleen de voorstellingen, maar ook een generale repetitie en opbouwdagen. Omdat we dit jaar twee stukken hadden, werd er een stuk voor en één na de pauze gespeeld. Ik speelde in het stuk na de pauze en dat betekende dat je pas om 21.00 uur zou gaan spelen, ook al was je er al wel om 18.00 uur voor het make-up schema. Gelukkig had ik in dat schema een taak, zodat ik niet drie uur hoefde te wachten.
Vanaf september zijn we bezig met dat stuk en toch is elke voorstelling weer anders. Een deel komt door de je eigen energie en zenuwen en de energie van het publiek. Elke voorstelling moesten we wel wat dingen "oplossen". Oplossen betekent dat je al improviserend weer terug moet komen op bekende grond.

Bij de eerste voorstelling was er een moment dat ik echt mijn tekst niet meer wist. Ik keek mijn tegenspeler aan met zo'n lege blik: moet ik nu iets zeggen? Uhm, ja dus. En het was dan ook zo'n onmogelijke zin als: Ik beloof dat ik je niet meer zo op de lip zal zitten. Als je trek hebt in een visje zal ik niet tegensputteren, dan bak ik gewoon een visje voor je. Aan mijn tegenspeler de moeilijke taak om me daar heen te praten. Uiteindelijk zei hij: Ja, er is een ander en zij kan heel goed visjes bakken en jij niet! Nice save, vanaf daar wist ik het wel weer.
Bij de tweede voorstelling was er iets mis met de wijn. Nou ja, de cranberrysap die moest doorgaan voor wijn. Er zat schimmel op, vieze groene schimmel. En ik moest dat eigenlijk heel gulzig op drinken. Ik pak die beker en ik hoor naast me mijn tegenspeelster uit haar mondhoeken zeggen: niet opdrinken. Ik kijk in de beker en zie de schimmel. Iehl!
De derde voorstelling moest ik vechten met een elf en zijn vleugels afrukken, waarna hij sterft (het was een ongeluk!). Aan het begin van de vechtscène vallen spontaan zijn vleugels van zijn rug. We kijken elkaar aan en dan gaat hij maar dood. Ik moest ook letten op mijn tekst daarna (maar ik deed helemaal niks!).
En zo was elke voorstelling weer anders dan de vorige en dat houd het ook leuk. Elke keer was weer een feestje met goede momenten en mindere momenten. Het is de kunst om het publiek niks te laten merken.
Maar nu is het weer voorbij en kan mijn zuurstokroze mantelpakje weer in de kast.
Volgend jaar weer een nieuw seizoen, maar nu kunnen we genieten van onze vrije maandagavond.