woensdag 29 oktober 2014

De meeste dromen zijn...

... heel erg raar. Ben je zo iemand die zijn dromen altijd of meestal kan onthouden? Ik hoor absoluut bij die groep. De afgelopen anderhalve maand heb ik een droomdagboek bijgehouden en dan pas kan je zien of ongelooflijk vreemd dromen wel niet zijn.
Je kent het gevoel wel. Als je aan het dromen bent, is alles heel logisch op dat moment. Er is eigenlijk niks raar en het overkomt je allemaal. Het is een soort realiteit, een wereldje met eigen regels op zich. Pas als je wakker word, denk je dat het wel heel vreemd is.

Ik ben bezig met mijn eindexamenjaar. Dat bestaat uit drie onderdelen: een stage, een scriptie en een beeldend examen dat in juli geëxposeerd word (als mijn docenten vinden dat het goed genoeg is). Voor mijn stage ben ik samen met nog zes andere eindejaarsstudenten bezig met het organiseren van de Winterspelen voor het Kröller-Müller Museum. (Dat wordt heel leuk. Ik zal er in de toekomst over schrijven en je kan ook op Facebook kijken.)
Voor mijn scriptie en mijn beeldend examen ben ik eigenlijk bezig met hetzelfde onderwerp. Ik ben op zoek naar het onderbewuste. Voor mijn scriptie doe ik onderzoek naar wat er volgens bepaalde theorieën in het onderbewuste zou zitten en dat vergelijk met kunst die gemaakt is door kunstenaars met een psychische stoornis. Ik wil vooral kijken naar kunstenaars met psychoses. Maak je tijdens een psychose een uitstapje naar je onderbewuste? Dat wil ik onderzoeken en terug zien in hun kunst. Misschien is het antwoord wel nee.








Dit zijn kunstwerken die gemaakt zijn door Widener. Hij is een Amerikaanse kunstenaar met autisme. Als je naar de kunstwerken kijkt, voegt die wetenschap dan iets toe? Kan je iets herkennen van zijn autisme in deze werken?
Of dit werk. Dit is gemaakt door Anthony Mannix. Hij is gediagnosticeerd met schizofrenie. Mannix zegt dat hij zijn artistieke carrière heeft te danken aan zijn psychoses. Hij zag psychoses als de manier om zijn onderbewuste te verkennen. Mannix noemt zijn werken een soort van opstand tegen de pogingen van de psychiatrie om er stil over te zijn. Het gaat om een botsing tussen hem en zijn psychiaters, die hem proberen te veranderen en te behandelen. Een botsing tussen waanzin en realiteit, die hij ook terug vindt in zichzelf. 

Terug naar de dromen. Nu ik zo bezig ben met het onderbewuste, wilde ik ook mijn eigen onderbewuste gaan verkennen. Ik heb geen psychoses en ik verdovende middelen leek me ook niet zo'n goed idee. Dromen werd dus mijn manier om het onderbewuste bewust te maken. Ik ben dus bezig met een droomdagboek en daaruit haal ik mijn inspiratie om beeldend aan de slag te gaan. Moet je voorstellen: elke nacht nieuwe inspiratie! Ik kan het ook werkelijk niet verzinnen zoals ik het kan dromen. 
Eerst heb ik stukken tekst gekozen die me aanspraken. Daarbij heb ik illustraties gemaakt en ben ik gaan associëren. Je begint met het maken van een afbeelding, maar daarna moet je de volgende stap maken. Je maakt een vertaling. Die hoeft niet 100% trouw te zijn aan je droom. Er is niemand die op je afstapt en zegt: hé, dat klopt niet!
Ik zal een voorbeeld geven. Ik had het volgende gedroomd: Op het moment dat ik los ben, kantelt de wereld en begint alles te glijden. De man en ik blijven een hele tijd door de sneeuw glijden. 
Daar heb ik onder andere deze afbeelding bij gemaakt.

Ik begin er meer over na te denken. Wat is de kern hiervan? Ik heb er uitgehaald: De wereld kantelt en alles begint te glijden. Dat gaat voor mij over andere werelden, droomwerelden, surrealistische werelden. Over loslaten, chaos en geen controle hebben. En dat probeer ik een visuele vorm te geven. 

Zo werk ik dus aan mijn beeldende werk voor het examen. Mijn gevoel zegt dat ik op het goede pad ben, maar ik heb nog..., even tellen...., acht maanden voordat ik het echt af moet hebben. Wie weet waar ik uiteindelijk op uit kom! 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten